Werd er in Zuid-Amerika gevochten tussen verschillende landen van het continent of ging het anders ?
Aanvankelijk waren de landen van Zuid-Amerika absoluut niet betrokken bij de Eerste Wereldoorlog. Ook Noord-Amerika wilde zich ver van het conflict houden, en had geen militaire verdragen met één van beide kampen. Tot april 1917 bleven de landen van Zuid-Amerika daarom neutraal in het conflict. In mei 1915 werd die neutraliteit bekrachtigd door een conferentie in Washington DC, waarbij de VS en de Latijns-Amerikaanse staten een economische en financiële samenwerking opzetten, om zo minder afhankelijk te worden van Europa. Maar die neutraliteit belette niet dat ze mee in het badwater werden getrokken.
Economisch zorgde de oorlog aanvankelijk voor malaise (misgelopen leningen en afgeblazen handelsverdragen, hoge werkloosheid), later voor bloei dankzij export naar de oorlogsvoerende landen (vlees, graan, metalen, olie, paarden, nitraat). De Britten stelden een 'zwarte lijst' op van scheepvaartbedrijven die handel dreven met Duitsland en die ze daarom op zee zouden confisqueren - daar waren heel wat Zuid-Amerikaanse bedrijven bij. Een geallieerde blokkade maakte dat Zuid-Amerika enkel nog met geallieerden kon handel drijven. Dat leidde tot spanningen, bijvoorbeeld omdat Britten zich mengden in de olieproductie van Mexico. De VS sloten het Panamakanaal voor alle oorlogsvoerende landen, hetgeen vooral de Duitse marine bijzonder slecht uitkwam.
Er waren ook militaire schermutselingen in de Stille en Atlantische Oceaan, voornamelijk tussen Duitse en Britse oorlogsschepen en duikboten. Volgens de Conventie van Den Haag konden oorlogsvoerende schepen tot 24 uur in neutrale havens aanmeren om zich te bevoorraden, maar die praktijk leidde tot scherpe kritiek van geallieerde kant. Zowel Duitse als Britse schepen schonden de neutraliteit van de havens door te lang te blijven - in Chili en Argentinië werden daarom Duitse schepen aan de ketting gelegd. Er waren valse geruchten over Duitse marinebases op Paaseiland en de Galapagos, en een Britse aanval op de Duitse oorlogsbodem Dresden in Chileense territoriale wateren in maart 1915 zette de neutraliteit op losse schroeven. Dat alles deed de spanning stijgen.
De publieke opinie in Zuid-Amerika was grotendeels gewonnen voor deelname aan de geallieerde zijde. Ruy Barbosa richtte in 1915 de Braziliaanse Liga op met dat doel, en startte propaganda en geldinzameling. Zuid-Amerika herbergde ook verschillende Europese en Japanse kolonies, die zich nog sterk verbonden voelden met moederland. Ze leverden veel vrijwilligers. De Duitse nederzettingen, vooral in Brazilië, Paraguay en Urugay, konden dat door het bemoelijkte transport amper.
De balans sloeg over door de duikbotenoorlog, In 1917 werden twee keer twee Argentijnse schepen getorpedeerd door Duitse duikboten, telkens gevolgd door massale anti-Duitse demonstraties en Duitse excuses. Wanneer in 1917 de VS in de oorlog stapte, volgden vooral landen die nauwe banden met dat land hadden: Cuba interneerde inwoners met de Duitse nationaliteit; Panama, Nicaragua en Santo Domingo (op dat moment alledrie feitelijk bezet door de VS) verbraken alle diplomatieke banden met Duitsland. In Honduras, Guatemala en Costa Rica wilden de presidenten op die manier steun van de VS winnen en Duitse bezittingen onteigenen - Honduras verklaarde overigens pas in juli 1918 de oorlog. Toch weigerden enkele Zuid-Amerikaanse landen (vooral Argentinië, Mexico, Chili) daarin te volgen. Ze haalden daarvoor verschillende redenen aan, maar de achterliggende logica was niettemin een anti-VS-houding. Brazilië verklaarde in oktober 1917 de oorlog aan Duitsland, voornamelijk omdat Braziliaanse schepen zonken in het onvoorwaardelijke Duitse duikbootoffensief. De meeste landen die zich bij de geallieerden schaarden beperkten zich tot het confiqueren van Duitse schepen, banken en ondernemingen en soms het interneren van inwoners met een Duitse achtergrond. Slechts enkele landen patrouilleerden de Stille Oceaan, of stuurden kleine contingenten (een veldhospitaal, of een regiment) naar het Europese front.
Midden 1918 stond ongeveer de helft van Zuid-Amerika aan geallieerde zijde, en koesterde de andere helft een 'vriendelijke neutraliteit' met diezelfde kant, vooral omwille van handelsrelaties. De voornaamste drijfveren waren de VS-invloed en de oorlogshandel, de directe aanleidingen waren vaak duikbootincidenten.
Het verhaal heeft ook een staart. Bij de vredesonderhandelingen in Versailles waren ook de zes Zuid-Amerikaanse bondgenoten uitgenodigd, maar konden die bitter weinig uit de brand slepen; Groot-Britannië, Frankrijk, Italië en Roemenië gingen met het gros van de kolonies, herstelbetalingen en annexaties aan de haal. Teleurgesteld sloten ze zich daarom aan bij het plan van de VS-president Wilson om een soort wereldraad op te richten, de Volkenbond. Zestien Zuid-Amerikaanse landen schreven aan het charter voor die bond, zo enthousiast dat ze in artikel 10 stelden dat de politieke en territoriale integriteit van de lidstaten gegarandeerd moest blijven, een duidelijke verwijzing naar de VS-interventies. Het resultaat was dat die landen de eerste leden waren om het charter van de Volkenbond te ondertekenen, en dat de VS dat zelf nooit heeft gedaan...
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.