Weten jullie iets meer over de geschiedenis van kleuterjuffen?

Louise, 11 jaar
14 februari 2019

Antwoord

Dag Louise,

Héél zeker! D'r zijn tentoonstellingen geweest over de geschiedenis van het kleuteronderwijs (in het Onderwijsmuseum Ieper), boeken over de geschiedenis van het onderwijspersoneel (Geen trede meer om op te staan) en er zijn overzichten van de regelgeving en leerprogramma's (Histoire de l'enseignement en Belgique). En nog veel meer...

Het hangt er natuurlijk van af wat je precies wil weten over kleuterjuffen: hoe ze werden opgeleid, wat hun achtergrond was, hoeveel ze moesten werken en in welke omstandigheden, hoe hun loopbaan eruit zag, hoeveel onder hen religieuzen waren of hoe net kleuterscholen liberale initiatieven waren...

Traditioneel werden drie perioden onderscheiden in de geschiedenis van het Belgische kleuteronderwijs: matressenschooltjes die enkel in opvang voorzagen (tot ca. 1820), bewaarscholen die onder invloed van Fröbel ook kleuters onderwezen en vanaf 1857 kleutertuinen waarbij de maat van het jonge kind toonaangevend werd (met o.a. Gatti de Gamond, Maria Montessort). Die indeling blijft echter niet overeind, want er waren nog andere vormen van kleuteronderwijs, nooit was één systeem van kleuteronderwijs dominant en bovendien deelden de verschillende soorten kleuterrtuinen, bewaarscholen en matressenschooltjes meer kenmerken dan ze zelfs wilden toegeven: beschermen tegen de boze buitenwereld, spel in goede banen leiden, voor een moederfiguur zorgen, in grote groepen leren inpassen...

Het personeel in het kleuteronderwijs is altijd al heel vrouwelijk geweest, pas de laatste decennia zijn er heel zeldzame kleuteronderwijzers. Het aantal kleuteronderwijzeressen is altijd gestegen, met een versnelling vanaf 1900 en vanaf 1950-1960. Dat is opmerkelijk omdat de leerlingenaantallen in het kleuteronderwijs niet even sterk toenamen: de verklaring is dat klassen kleiner zijn geworden, en meer kleuteronderwijzeressen deeltijds zijn beginnen werken. In vrije kleuterscholen was begin de jaren 1920 90% van de kleuteronderwijzeressen een kloosterlinge, en in gemeentelijke scholen ongeveer 10%; pas vanaf 1950 kwamen lekenleerkrachten in het vrij kleuteronderwijs in de meerderheid. In diezelfde periode namen ook de diplomavereisten sterk toe.

Een leuke en met veel foto's geïllustreerde geschiedenis vind je misschien nog het makkelijkst in de bibliotheek: Dag Meester, Goedemorgen Zuster, Goedemiddag Juffrouw. Facetten van het volksonderwijs in Vlaanderen (1830-1940) Karel De Clerck, Bie De Graeve en Frank Simon (Tielt: Lannoo, 1984).

Reacties op dit antwoord

Er zijn nog geen reacties op deze vraag.

Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.

Zoek andere vragen

© 2008-2025
Ik heb een vraag wordt gecoördineerd door Eos wetenschap. Voor vragen over het platform kan je terecht bij liam.verbinnen@eos.be