Luxemburgs is in Luxemburg een erkende taal sinds de jaren 1980, maar vreemd genoeg niet in België. Rondom Arlon en Sankt Vith wordt Luxemburgs gesproken. Is België net als Zwitserland viertalig?
Het gaat om een erkenning als landstaal. Verschillende Belgische overheden 'erkennen' immers wel het bestaan van veel meer talen in België, zowel streektalen als talen van etnische minderheden als talen afkomstig van recente migratie - bijvoorbeeld bij het bestellen van vertaal- en tolkopdrachten. Maar er zijn slechts drie landstalen erkend in België. Wat het precieze verschil is met een niet-landstaal, is ondanks - of net dankzij - alle taalwetgeving moeilijk te duiden. Is het een taal die de overheid MOET gebruiken, of MAG gebruiken? Of een burger? Bovendien is het ook sterk afhankelijk van de context (op straat, in het leger, op school, in een bedrijf, schriftelijk of mondeling?) en de locatie (welk taalgebied?). Toch een poging:
Er is de boutade dat elke taal slechts 'een dialect met een leger' is; in dit geval is elke landstaal 'een taal met een lobbygroep en een grondgebied'. Luxemburgs heeft wel een heel klein territorium in Belgiê, maar zeker geen krachtige groep belangenverdedigers. Niet onbelangrijk is dat Letzeburgs in 1990 als 'Francique' door de Franse Gemeenschap werd erkend als streektaal, naast het Waals en het Platdiets.
In het buitenland is de invulling van het begrip landstaal telkens anders.
Luxemburg is daarmee een buitenbeentje, vermits kort daarna het Europees Handvest voor Regionale Talen of Talen van Minderheden uit 1992 een andere vorm van erkenning mogelijk maakte dan die als landstaal. Het paste in de opzet van de Europese Unie, om verscheidenheid aan culturen en talen een plaats te geven, die toch nog werkbaar en verteerbaar zou zijn voor de lidstaten. Zo'n nieuwe soort erkenning, vraagt vooral om promotiemaatregelen van een overheid, niet direct om afdwingbare taalrechten zoals bij de meeste landstalen.
Toch ratificeerde België dit handvest nooit, omwille van haar eigen moeilijke taalpolitieke geschiedenis, maar de maatregelen van de Franse Gemeenschap uit 1990 kunnen ook hieronder wel verstaan worden: gebruik van het Francique rond Aarlen is niet afdwingbaar, vervangt niet het Frans als publieke taal, maar wordt wel gewaardeerd met o.a. tweetalige straatnaamborden en culturele activiteiten.
Geachte Dr. karl Catteeuw Hartelijk dank voor uw zeer uitgebreide uitzoekwerk en antwoord en het uitvoerig beschrijven van de gevoeligheden. Ik dacht altijd dat de term 'streektaal ' een tussenstap is tussen dialect en erkende taal. Kijk het Fries is uiteindelijk bestempeld als erkende minderheidstaal met specifiek geografisch gebied, omdat taalexperts hebben vastgesteld dat het niet gaat om een dialect variant van het Nederlands, maar dat het alle kenmerken heeft van een 'eigen taal'. Het Limburgs is sinds enige tijd erkend als streektaal, maar (nog) niet als eigen taal, zo begreep ik dit althans. Natuurlijk spelen lobby groepen hierbij een rol richting de wat kunstmatige term 'streektaal' maar volgens mij kan er (althans in Europa) niet tot de status 'erkende eigen taal met territorium' worden overgegaan worden als het niet volledig aan deze kenmerken voldoet. Dat kan in de toekomst natuurlijk wel alsnog gebeuren als wetenschappers nieuw bewijs vinden. Dan zou ik denken dat Nederland ( en ook Belgie) niet anders kunnen doen dan de Limburgse taal erkennen. Inderdaad niet per se als landstaal, maar wel dezelfde status als het Fries. Taalexperts hebben vastgesteld dat Luxemburgs geen Duits dialect is, maar duidelijk verder gaat dan dat. Twijfelt Belgie dan aan deze deskundigen? Volgens mij niet, dus dan is het toch gewoon een 4e taalgebied binnen de Belgische grenzen? En vergelijking met Chinese buurten in bijv. Antwerpen is van een andere categorie, lijkt me. Hoe dan ook, het is zoals het is, maar als de 4- taligheid van Belgie wel het geval zou, dan was een mooie 1 op 1 vergelijking mogelijk geweest met Zwitserland. Mvg Hiddo Pronk, Purmerend
De erkenning als regionale taal (en zeker als landstaal) is afhankelijk van zowel wetenschappelijke als politieke argumenten, zoals u terecht opmerkt. Zeker die laatste ontbreken om in België bijkomende talen overheidssteun te geven - men heeft de handen al vol met de verhoudingen tussen 'de grote drie' te regelen. Maar ook in wetenschappelijke kringen is er tegenstand. De Nederlandse Taalunie adviseerde al scherp tègen de erkenning van het Limburgs als aparte taal, en een scherpe scheidingslijn tussen dialecten en talen (uitspraak? uitdrukkingen? woordenschat? grammatica? geschreven cultuur?) is er echt niet.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.