Ik kan mij verschillende manieren voorstellen om de hoogte van een vliegtuig te meten maar geen enkele die betrouwbaar en vooral nauwkeurig genoeg is. Nochthans lijkt dat in de luchtvaart een goed opgelost probleem te zijn. Hoe gebeurt het momenteel in de praktijk ?
Dag François
De hoogte van een vliegtuig wordt gemeten aan de hand van de luchtdruk, met een barometer dus. We weten dat de luchtdruk afneemt met 1 hPa (hectoPascal, is net hetzelfde als het verouderde mbar) per 100 m hoogte. Nu is het natuurlijk zo, dat een vliegtuig reist, en de luchtdruk aan de grond niet overal hetzelfde is. Dat is op de volgende manier opgelost: er is een bepaalde hoogte gedefinieerd (en dat verandert van regio tot regio) waarboven de referentiedruk altijd de standaardddruk is van 1013 hPa. Hier in Europa is dat vaak 10000 voet. De referentiedruk in het vliegtuig wordt ingesteld op 1013 hPa. 10000 voet komt overeen met 3100 meter, zodat men op een zodanige hoogte vliegt dat de gemeten luchtdruk 1013 - 31 of 982 hPa is. Dit is niet helemaal juist, maar voldoende voor veilig vliegen. Vliegtuigen die in tegengestelde richting vliegen krijgen verschillende vlieghoogtes opgelegd, met een voldoende grote marge. In de praktijk is dit geen enkel probleem.
Maar vliegtuigen moeten ook opstijgen, en vooral ...landen. En dan komen we er met deze regel niet meer, dan moeten we het juist weten. Bij vertrek en aankomst krijgt de piloot de luchtdruk ter plaatse, omgerekend naar zeehoogte, medegedeeld. Op het ogenblik dat ik deze lijnen intik is de luchtdruk op Zaventem 1025,1 hPa, gecorrigeerd op zeeniveau. Deze waarde wordt aan de piloot voor het opstijgen en het landen medegedeeld. Wie in Brussel gaat landen bijvoorbeeld, moet het automatisch landingssysteem (ILS) binnen vliegen op bijv. een hoogte van 2500 voet. De te meten luchtdruk bedraagt dan dus 1025,1 - 7,75 (2500 voet is 775 meter) 1017,35 hPa: de piloot vliegt op een zodanige hoogte, dat hij een luchtdruk meet van 1017,35 hPa, en alles is vanzelf in orde !
De vlieghoogte wordt dus onrechtstreeks gemeten via de luchtdruk, met een barometer. Er zijn vandaag echter ook andere mogelijkheden om de vlieghoogte te meten, zoals bijvoorbeeld met de GPS. Een gewone GPS-ontvanger zoals die bijv. in een auto gebruikt wordt, is daarvoor te traag. Maar voor gebruik in vliegtuigen bestaan speciale apparaten, die veel sneller, lees duurder, zijn.
Misschien nog dit: de referentiedruk op zeehoogte, die wordt doorgegeven, wordt omschreven als QNH. Dat is een oude afkorting, vanuit de tijd dat alles nog in morsetekens gebeurde... Maar als je op Internet gaat zoeken naar 'QNH' ga je zeker nog veel meer informatie vinden !
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.
elektronica, telecommunicatie