Waarom blijven onze steden kleiner in vergelijking met andere Europese steden?

Karel, 21 jaar
8 mei 2014

Ik vraag me al even af hoe het komt dat onze Belgische steden relatief klein blijven in vgl. met steden uit andere Europese landen. Brussel, Gent, Luik of Antwerpen zijn een stuk kleiner in vergelijking met Parijs, Lyon, Nice of Barcelona en zelfs Lille net over de landgrens. Deze steden zijn echte metropolen, terwijl je dat niet meteen kan zeggen van de Belgische steden.

Alvast bedankt voor het antwoord!

Antwoord

De stadsgrootte heeft te maken met de voorgeschiedenis. Alle historische steden zijn ontstaan als marktplaatsen die enerzijds door het urban multiplyer effect verder zijn aangegroeid en anderzijds door concurrentie met nabijgelegen steden werden beperkt. Hierbij geldt de wet van Reilly: de invloedssfeer van een stad breidt zich des te verder uit ten koste van de naburige steden, naarmate de massa van de stad, gemeten op basis van de bevolking of de  economische uitrusting groter wordt; het verlies van invloed van een stad op haar hinterland is afhankelijk van de verwijdering (remmend effect is macht 2 van de afstand).

De vraag zinspeelt echter op bijkomende politiek-culturele factoren en die zijn er inderdaad. Er zijn op vlak van stadsontwikkeling in Europa twee modellen: het Rijnlandmodel en het Parijse model. Het Rijnlandmodel staat voor streken waarin de steden en hun bewoners grote vrijheden genoten; het Parijse model staat voor landen met een strak centraal bestuur. De stedelijke weefsels van het Rijnlandse type worden gekenmerkt door de aanwezigheid van talrijke, dicht bijeengelegen middelgrote steden, met tamelijk kleine en duidelijk begrensde invloedssferen.  In de stedelijke weefsels van het Parijse type zijn in de centrumstad duidelijk de belangrijkste functies geconcentreerd. Haar structurerende invloed kan afnemen met de afstand zonder dat er daarom andere metropolen ontstaan.

Franse steden zoals Lyon of ook Lille liggen op grote afstand van Parijs, bovendien in streken die historisch gezien pas later onder Franse invloed zijn gekomen. Dit zijn geen klonen van Parijs maar eerder volgers van het Rijnlandmodel. Barcelona is een ander geval. In de perifere variant van het Parijse type (Madrid) is de industriële beslissingsmacht minder groot  en  wordt de overheersende rol van de stad op nationaal vlak gecompenseerd door een andere sterke metropool, die meer op de productiesector afgestemd is. Op kleinere schaal zien we dit verschijnsel ook in België, na de oprichting van de Belgische staat in 1830. In een Rijnland-omgeving werd het Parijse model geïmporteerd, wat tot de groei van Brussel heeft geleid ('la Capitale'), maar werd gecompenseerd door de belangrijkere industriële betekenis van Antwerpen ('le Métropole').

Reacties op dit antwoord

Er zijn nog geen reacties op deze vraag.

Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.

Zoek andere vragen

© 2008-2025
Ik heb een vraag wordt gecoƶrdineerd door Eos wetenschap. Voor vragen over het platform kan je terecht bij liam.verbinnen@eos.be