Bij het antwoord op de vraag of C^3=A^3 + B^3 ook mogelijk is, begrijp ik iets niet.

Willy, 64 jaar
31 maart 2012

Ik begrijp dat men kan schrijven: C.(A² + B²)=A.A² + B.B² (*)
(C² is immers gelijk aan A² + B²)
Hierna schrijft professor Hellings:
daaruit volgt : ( C - A ) A² = ( B - C ) B² (**)
De afleiding van (*) naar (**) begrijp ik niet, de rest dan weer wel.
Kunt u me aub. uitleggen?

Antwoord

Dat gaat als volgt:

in de uitdrukking

C(A2 + B2) = A. A2 + B.B2

werken we links de haakjes uit:

C.A2 + C.B2 = A.A2 + B.B2

de eerste term van het rechterlid brengen we naar het linkerlid, de 2de term van het linkerlid naar rechts:

C.A2 - A.A2 = B.B2 - C.B2

en dan weer links en rechts in haakjes zetten:

(C- A) A2 = ( B - C) B2

Reacties op dit antwoord

Er zijn nog geen reacties op deze vraag.

Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.

Beantwoord door

prof.dr. Paul Hellings

Vakgroep Wiskunde, Fac. IIW, KU Leuven

Katholieke Universiteit Leuven
Oude Markt 13 3000 Leuven
https://www.kuleuven.be/

Zoek andere vragen

© 2008-2025
Ik heb een vraag wordt gecoördineerd door Eos wetenschap. Voor vragen over het platform kan je terecht bij liam.verbinnen@eos.be