Beste André,
Lijnvliegtuigen vliegen op alle hoogtes tussen 0 en 12 km. Dat is uiteraard logisch aangezien een vliegtuig moet klimmen tot op een bepaalde hoogte en dus alle tussenliggende hoogtes doorloopt.
De hoogtes waarop lijnvliegtuigen vliegen zijn echter niet willekeurig. Er zijn nationale en internationale regels. Het verkeer in de lucht wordt geregeld door de luchtvaartbegeleiding die piloten via radio instructies geeft over de hoogte en richting die ze moeten aanhouden. De regels ga ik hier niet in detail geven maar wel enkele algemene principes. Het is zo dat in de lucht tussen twee vliegtuigen steeds minstens 10 km afstand moet zijn, in de 3 richtingen (voor/achter - links/rechts - boven/onder). Om ongelukken te vermijden, laat men de hoogte ook afhangen van de richting in dewelke een vliegtuig vliegt. Op die manier zijn vliegtuigen die in tegengestelde richtingen vliegen nooit op dezelfde hoogte maar wel minstens 2000 meter gescheiden. Even opmerken dat het naderen van een luchthaven deze regels natuurlijk niet kunnen gehandhaafd blijven. Dan is de veiligheidsafstand tussen twee landende vliegtuigen bijvoorbeeld 3 km.
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.