Tijdens een bezoek aan New York vroeg ik mij dit af, ook de New Yorkies zelf moesten met het antwoord schuldig blijven.
Hallo Christine,
Ik ben dan wel geen linguist, maar je vraag intrigeerde me wel. Ik heb daarom snel even wat opzoekingswerk gedaan.
De oorsprong ligt in de paardenracewereld. In de jaren 1920 refereerden Afro-Amerikaanse stalknechten blijkbaar naar ‘The Big Apple’ als het over de paardenraces in New York ging. Een sportjournalist, John Fitzgerald, zou deze term van hen overgenomen hebben en publiceerde een aantal jaren later een column in de Telegraph getiteld ‘Around the Big Apple’.
Een paar jaren later namen jazz-muzikanten deze term over en spraken over ‘The Big Apple’ als ze het over New York City hadden, het centrum van de jazz-wereld. Als snel werd de term ‘Big Apple’ synoniem voor New York City.
In de jaren 1971 werd de term terug naar boven gehaald in een campagne ter promotie van New York, met het thema I♥NY en als beeld ‘de grote appel’ (zie foto). In 1994 werd voor deze campagne nog een Tourism Achievement Award uitgereikt en zo blijft de Big Apple verder leven.
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.
Halfgeleidertechnologie, nanotechnologie, micro-electronica, natuurkunde, octrooien